De digibeet. Eigenlijk een onvolledige term, want een digibeet is vaak ook een technobeet. Even een korte uitleg:
tot op heden kent de wereld veel analfabeten, al loopt dat aantal - gelukkig - hard terug. Een anafabeet is iemand die moeite heeft met lezen en schrijven, heeft vaak geen les gehad hierin, of kan het niet door andere oorzaken zoals bijvoorbeeld afasie. Analfabetisme kent nog steeds een grote schaamte onder deze groep personen, en men bluft zich vaak letterlijk door het leven heen met excuses die het probleem moeten verbergen.
In de 21e eeuw is het onderwijs echter zo ver de wereld in getrokken, dat ongeletterd zijn steeds minder vaak voorkomt. Helaas is dit probleem ook in Nederland nog veel aanwezig. Praten hierover lost veel problemen op en training en coaching kunnen veel problematiek (en bijbehorende gevaren op de werkvloer) wegnemen.
Analfabeten kunnen zonder schaamte verder geholpen worden en moeten dit zien als een stukje opleiding of scholing, zonder enige schaamte. Mensen worden tenslotte dagelijks opgeleid in dit land, op allerlei gebied.
Een digibeet is iemand die digitale scholing heeft gemist, om welke reden dan ook. Ook hier is een grote groep mensen die schaamte voelt en daarom wars is van alles wat met computers te maken heeft. Hierdoor raakt deze groep steeds verder op achterstand; niet alleen beroepsmatig maar ook privé.
Ook de digibeet kan zonder enige schaamte op weg worden geholpen om een computer te bedienen, zelfs in minimale mate. Ook hier is training en scholing wenselijk en soms zelfs noodzakelijk, omdat deze wereld steeds digitaler wordt in het gebruik ervan. De digibeet echter, waarvan ik zei dat de term technobeet beter van toepassing is, werd 'geboren' in de jaren '70, toen de eerste wekkerradio's en videorecorders kwamen.
Bij hoeveel mensen heeft die eerste VCR niet continue op 12:00 uur staan te knipperen? En bij hoeveel mensen was die eerste televisie met afstandsbediening niet correct of volledig ingesteld? Precies: een technobeet is iemand die niet met technologie overweg kan, om wat voor reden dan ook. De digibeet past hier dan ook prima in qua omschrijving.
Ikzelf heb mij altijd erg gelukkig mogen prijzen, omdat ik als kind al direct werd blootgesteld (én de interesse had) in technologie en computers. Niet alleen de hardware (apparaten) hadden mijn grote interesse, maar ook de software (programmatuur) er van. Al vanaf die allereerste rekenmachine - Texas Instruments TI-30 in 1977 - vroeg ik mij af hoé je kon programmeren.
Drie jaar later had ik op de Philips Videopac G7000 een cartridge met een nmemonic assembler; een 8-bits leerprogramma met instructieboek waarop je de computer leerde instructies in te geven door in assembler te programmeren,.
Niet veel later op de middelbare school mocht ik van mijn wiskunde leraar als prestatiebonus vrij werken en kennismaken met een Sinclair ZX81, de eerste computer die met BASIC werkte en waar ik de kracht en mogelijkheden van computer leerde kennen.
In 1985 mocht ik op mijn werk af en toe met een echte PC werken in BASIC en in datzelfde jaar kocht ik privé een Sinclair ZX Spectrum. Dié computer bracht me goed op gang in de interactiviteit met computer en aangestuurde apparaten begon. Twee jaar later kwam de Philips VG-8020 MSX computer als vervanging, die werkte met MSX BASIX, een afkorting van MicroSoft eXtended BASIC.
1988 was het jaar van de MSX2 computer met nóg meer mogelijkheden en in 1991 was daar de allereerste PC met MS-DOS en GW-BASIC. Elke stap was een stap vooruit en was gebouwd op alles wat ik al geleerd had. Zeven jaar lang beheerste ik ook de MS-DOS en Windows personal computers met gemak.
Ik leerde mezelf naast programmeren ook met databases te werken, externe apparaten aan te sturen en te gebruiken zoals printers en scanners, en zag in 1998 het internet op gang komen. Dit vroeg andere kennis, dus ik leerde mijzelf volledig HTML aan als programmeertaal om internetpagina's en een website te maken.
In de 10 jaar erna begon ik mij ook te verdiepen in andere programmeer mogelijkheden en leerde ik - nog steeds púúr uit interesse en hobby - mijzelf programmeertalen als PHP, MySQL, CSS en XML aan. Ook Flash ontbrak niet. Inmiddels beheers ik de meeste programmeertalen en zodra er weer iets nieuws komt zoals HTML5, dan ben ik er als de kippen bij om het fijne er van te weten. Uit interesse, meer niet.
Er wordt inmiddels al gesproken over de term "Internet 4.0", ook wel "het Internet der dingen" genoemd. Ik was hier in 1985 al thuis in de woonkamer mee bezig, al was het in basale vorm. Met dit nieuwe internet (ik ga geen digitale of technische preek houden hier) is de digibeet (óf technobeet zoals ik het noem) in één keer verleden tijd. Hoé?
Je kunt straks als gebruiker stemgestuurde instructies geven in je héle huishouden. Zaken als "bel de huisarts" kennen we al op ons mobieltje, of "zet Netflix aan" gebruiken we op onze smart tv, en zelfs "tekst inspreken en naar tekst omzetten" kan al op de pc en laptop. Maar straks, in de nabije toekomst, hoef je dus niets meer van de werking van machines te weten om ze te gebruiken.
De robottaxi komt na een druk op de app automatisch voorrijden en je opent de deur automatisch met je telefoon. Na het instappen vertel je met je stem waar je heen wilt, meer niet. Vervolgens begint de auto vanzelf te rijden, zonder dat je een rijbewijs nodig hebt. En zo zullen véél apparaten gaan werken voor iedereen. Met of zonder een beetje hulp wordt straks elk apparaat aangesloten en kun je met je mobieltje de was doen, boodschappen bestellen, pakketjes laten bezorgen, de verlichting bedienen, en wát je maar kan bedenken.
Je stem (en alleen joúw stem), worden - samen met een vingerafdruk - gebruikt om alles te gaan regelen in je leven. Technologie gaat voor joú werken, in plaats van andersom. En dat is altijd al de bedoeling geweest., zodat jij als mens tijd hebt om de dingen te doen die jij belangrijk vindt. Leren, studeren, van je hobby je werk maken, reizen, jezelf vinden in dit alles, noem maar op.
De tijd van schaamte is voorbij, voor de analfabeet en voor de digibeet (óf technobeet). Het tijdperk van "het Internet der dingen" komt er aan en alles zal ingrijpend veranderen, voor elke inwoner van de planeet. Kennis opdoen om mee te komen in de samenleving is geen doel meer op zich, want straks kan iederéén meekomen, juist dankzij die techlogie.
Natuurlijk blijven er mensen zoals ik, die uit pure interesse willen blijven weten hoe alles werkt en wat je er allemaal mee kunt, maar voor het overgrote deel van de wereld is dat niet langer belangrijk of noodzakelijk. Zéggen wat je wilt, of hoe je het wilt, is straks het enige dat telt. Slechthorenden en doven krijgen al een digitale bril, waarin gesprekken live in de bril vertaald worden, zodat de persoon ook direct kan reageren in het gesprek.
Slechtzienden en blinden krijgen een chip die hen laat zien in hoge resolutie. Armoede zal worden uitgeroeid met nieuwe blockchain technologie en een basisinkomen voor iedereen. Industriële 3D printers kunnen voor elk gezin op de planeet in no time nieuwe woningen printen en gerobotiseerde vertical farms zullen 24/7 een overschot aan voedsel produceren.
De huisarts zal op termijn ook vervangen worden door een kunstmatige intelligentie, die álle kennis van álle huisartsen in de wereld herbergt. Specialisten in ziekenhuizen zullen vervangen worden door operatierobots, die alle kennis bevatten van alle specialisten en specialistische handelingen, met een grotere nauwkeurigheid dan de allerbeste arts ter wereld op dat gebied.
Technologie zal de mensheid naar een nieuwe wereld leiden, met een grotere eerlijkheid en gelijkheid, met een gezond leven, vrede en welvaart voor iedereen met schoon drinkwater en voedsel in overvloed. De wereld zal schoner, veiliger en betaalbaarder worden voor elke wereldburger.
Laten we tot die tijd in ieder geval met elke analfabeet en digibeet in gesprek gaan, ze op een zachte manier overtuigen dat er geen schaamte hoeft te zijn, dat het leren van nieuwe dingen (taal, lezen en schrijven) hetzelfde is als iemand een nieuwe cursus of opleiding laten volgen, en deze groep vooral gerust stellen dat het allemaal goed gaat komen en dat hulp vragen helemaal niet erg is. Nooit niet. Er is hulp, er is hoop.