Een Opvolger Van S.E.T.I.

(NASA, ESA, CSA, STScI - Public domain)

In 1984 richtten astrofysicus Carl Sagan en astronoom Jill Tarter het S.E.T.I. Institute op, om gericht te zoeken naar intelligent buitenaards leven. Door middel van een netwerk van Aardse radiotelescopen, met name het Arecibo Observatory in Puerto Rico, werd een deel van de zichtbare ruimte van het heelal afgeluisterd, op zoek naar mogelijke radiosignalen. Dit leverde zó'n gigantische hoeveelheid aan data op, dat het vele decennia zou duren om deze allemaal door te spitten, laat staan er een bruikbaar signaal uit te kunnen filteren.

15 jaar later, in 1999, werd de hulp van het wereldwijde publiek ingeschakeld met de brede komst van het internet. Via het project SETI@Home kon iedereen die dat wilde een gratis stukje software installeren. Hiermee werd tijdens de pauze- of ruststand van de computer het programma opgestart en werd een pakket ruwe data van SETI gedownload. Na het downloaden werd deze data door de software op bepaalde frequenties en signalen gefilterd en de resultaten van het pakket werden dan automatisch weer teruggestuurd naar SETI.

Ondanks het razend populaire stukje software en het massale wereldwijde gebruik ervan door liefhebbers en amateur wetenschappers, is er nooit een duidelijk resultaat naar voren gekomen. Niet verwonderlijk als je weet dat:

  1. de hoeveelheid onbeluisterde data werkelijk gigantisch veel is, zelfs anno 2023
  2. er op slechts een bepaalde bandbreedte van alle ontvangen signalen is gezocht
  3. de hemel vanaf de Aarde voor slechts 3 tot 6 procent is beluisterd; er is immers geen enkel radiotelescoop netwerk wat 360 graden rond de Aarde kan luisteren.

In december 2020 begaf de Arecibo radiotelescoop met een diameter van 100 meter het; het bouwwerk uit 1963 had zijn beste tijd gehad en de ophangkabels hadden het begeven. Het bouwwerk stortte helaas in. Hierdoor kwam ook het SETI@Home project ten einde zonder gehoopt resultaat.

Dat neemt echter niet weg dat SETI als instituut nog steeds doorgaat met het analyseren; de kansen dat we alleen zijn in het universum zijn klein, maar de kansen dat we onze buitenaardse buren treffen zijn nog kleiner. De afstanden zijn simpelweg véél te groot om te reizen, vandaar dat radiosignalen een betere optie zijn om te turen naar onze buren.

Met de kennis en de staat van onze hedendaagse technologie echter kunnen we ons op korte termijn wél het volgende voorstellen:

  • een supercomputer in de vorm van een quantumcomputer gekoppeld aan een kunstmatige intelligentie gaat onze buren in afzienbare tijd ontdekken en bevestigen
  • een nieuw netwerk van satellieten kan als radiotelescopen 360 graden de ruimte af scannen op radiosignalen
  • de hoeveelheid data (oud en nieuw) kan in seconden, minuten of uiterlijk uren volledig zijn geanalyseerd door zo'n supercomputer
  • we kunnen de zoektocht uitbreiden met nieuwe en extra punten zoals de Goldielock zone (de afstand waarin een planeet om zijn ster draait en waar het niet té koud of niet té heet wordt voor leven), radiosignalen met een niet-natuurlijke oorsprong (radio, televisie, communicatie, wiskundige reeksen), een planeet met voldoende water (op Aarde is het leven in water ontstaan), een atmosfeer met zuurstof (nodig om te ademen), en eventueel een hoeveelheid stikstof in de atmosfeer die duidt op technologie (uitlaatgassen, schoorstenen, enzovoorts).

Als we de Drake Equation uitvoeren en updaten met de huidige wetenschappelijke cijfers, dan komen wij grofweg uit op N= 75.000, waarbij N het aantal planeten alleen al in ons eigen Melkwegstelsel is, waarop vergelijkbaar intelligent en technologisch leven bestaat of heeft bestaan. 75.000 planeten in ons Melkwegstelsel, in een zichtbaar universum van 93 miljoen lichtjaar wijd, met honderden miljarden andere melkwegstelsels, met elk zo'n 400 miljard sterren.

Het probleem met die 75.000 planeten in ons eigen Melkwegstelsel? De afstanden. Een moderne raket zou er op topsnelheid zo'n 40.000 jaar over doen om de dichtstbijzijnde ster te naderen, 4 lichtjaar afstand. Ons Melkwegstelsel is zo'n 100.000 lichtjaar in diameter en wij staan ongeveer 30.000 lichtjaar van het centrum af. Het enige wat dus sneller kan reizen dan fysieke voorwerpen, zijn licht- en radiosignalen, vandaar de gerichte zoektocht hiernaar.

Laten we daarom eens wat dichter bij 'huis' zoeken. Laten we er van uitgaan dat als we een signaal kunnen sturen, dat dit signaal dan ontvangen wordt aan de andere kant (én begrepen natuurlijk), en dat er direct een antwoord wordt terug gestuurd naar ons hier op Aarde. Tweewegcommunicatie op galactische schaal. Dat zou leuk zijn als dezelfde persoon dit zou kunnen ontvangen. 

Laten we daarom een afstand in lichtjaar nemen; dat is de afstand waarmee een licht- of radiosignaal in één jaar met een snelheid van ongeveer 300.000 km per uur  aflegt. Nemen we een gemiddeld menselijk leven in acht, laten we zeggen dat iemand gemiddeld 80 jaar wordt op Aarde, dan is de helft van dat leven 40 jaar. Als we dus inzetten op het luisteren naar signalen tot een maximale afstand van de Aarde, dan is 40 lichtjaar (40 ly) een mooie buitengrens. 

En er zijn méér dan genoeg zonnestelsels in ons Melkwegstelsel die binnen die ring van 40 ly vallen. Zo scherpen we ons zoekbereik al wat aan. En wat blijkt? Anno 2023 zijn er inmiddels al 4 kandidaat planeten die een serieuze mogelijkheid tot vergelijkbaar intelligent leven hebben als met ons hier op Aarde. Denk wel breed binnen die parameters: het kan een beschaving uit het begin van het industriële tijdperk zijn (1870-1935), of iéts verder dan ons (2050-2200), of véél verder dan ons (duizenden of tienduizenden jaren).

Ook de levensvorm kan anders zijn door de lokale omstandigheden op zo'n planeet. Hogere of lagere atmosferische druk, dag- en nachtzicht en helderheid, hoeveelheid water en land, atmosferische samenstelling. Ze kúnnen op ons lijken, maar ook totaal niét op ons. Maar ze zijn intelligent, hebben technologie én kunnen communiceren. Laten we die 4 kandidaat planeten eens nader bekijken:

(NASA, ESA, M. Kornmesser - Creative Commons Attribution 4.0)

1. Proxima Centauri b

Proxima Centauri b (ook bekend als Proxima b) is een exoplaneet in het sterrenbeeld Centaur op 4,2 lichtjaren van de aarde. De planeet draait in een baan om de rode dwergster Proxima Centauri, de ster die zich het dichtst bij het zonnestelsel bevindt. De massa van de planeet is minimaal 1,3 keer de massa van de aarde. Proxima b werd in 2016 ontdekt en bevindt zich in de Goldielock zone, met zeer waarschijnlijk stromend water en een atmosfeer en draait in 11,2 dagen om zijn zon.

2. Luyten b

Luyten b (beter bekend als Gliese 273b ) is een exoplaneet, waarschijnlijk rotsachtig, in een baan binnen de bewoonbare zone van de nabije rode dwerg Luyten's Star. Het is een van de meest aardachtige planeten ooit gevonden en is de op drie na dichtstbijzijnde potentieel bewoonbare exoplaneet die bekend is, op een afstand van 12,2 lichtjaar. Luyten b is een superaarde, wat betekent dat het een massa en/of straal heeft die groter is dan die van de aarde, maar kleiner dan die van Uranus of Neptunus. Het is een rotsachtige planeet die in 18,6 dagen volledig om zijn ster draait. De gemiddelde temperatuur is 19 graden celsius met een stabiele atmosfeer.

3. Teegarden b

Teegarden b is een exoplaneet in een baan rond de bewoonbare zone van de ster van Teegarden, een rode dwergster van het M-type op ongeveer 12,5 lichtjaar afstand van het zonnestelsel. Volgens de Earth Similarity Index is het de meest bewoonbare planeet ontdekt buiten het zonnestelsel met een score van 0,95. Het is de vierde dichtstbijzijnde potentieel bewoonbare exoplaneet tot nu toe en werd ontdekt in 2019.

De exoplaneet heeft één aardmassa en een vloeibare oceaan van water aan het oppervlak. De gemiddelde temperatuur ligt rond de 28 graden celsius en fluctueert tussen de 0 en 50 graden celsius. De omlooptijd van Teegarden b is 4,91 dagen.

4. Ross 508 b

Ross 508 b is een rotsachtige superaarde die rond een M-type ster draait. Zijn massa is 4 aardes, het duurt 10,8 dagen om één baan om zijn ster te voltooien en de ontdekking werd aangekondigd in 2022. Zijn elliptische baan brengt hem in en uit de bewoonbare zone van zijn ster. Zo'n planeet is misschien in staat om water op zijn oppervlak vast te houden. Meer gegevens volgen nog rond deze nieuw ontdekte exoplaneet, die een zeer geschikte kandiaat blijkt voor (intelligent) leven.

De vraag in 2023 is niet langer "óf we buitenaards leven zullen ontdekken", maar "wanneer we buitenaards leven zullen ontdekken". En die vraag kan wel eens sneller worden beantwoord dan menigeen denkt...

Video's