Het zijn de jaren '60 en dan wordt je als kind door iedereen verwend met leuk speelgoed. Voor mij waren er van die grote ronde bussen met een rond plastic deksel van het Amerikaanse merk Halsam (Playskool). Geen Lego, geen Duplo, maar grote plastic bouwstenen met deuren, ramen en dakdelen. Harde plastic stenen met kleine noppen en soms een dak- of muurmotief erop. Op de verpakking en in de doos een aantal voorbeelden van wat je er mee kon bouwen, maar dat vond je als kind helemaal niet interessant natuurlijk.
Je wilde gewoon bouwen, om te kunnen bouwen. Stapel hoge stenen, torens, als het maar hoog was. Ik had in de loop der jaren veel verschillende sets gekregen en die allemaal bij elkaar gedaan in een grote kartonnen doos; dat was gemakkelijker pakken en weer opruimen naderhand. Halsam ging over in Playskool en deze sets verdwenen, met name omdat Lego (en veel later ook Duplo) de markt veroverden.
Het was, en is, duurzaam speelgoed wat de fantasie van het kind stimuleert. De motorische controle en oog/hand coördinatie bevordert. Maar vooral het maken van de allerhoogste torens tot een haast Olympische sport maakt in de ogen van de allerjongsten. Tijdloos.