(larry-411 Creative Commons Attribution-Share Alike 2.0)
Gisteren overleed op 77-jarige leeftijd mede-oprichter van Woodstock Michael Lang aan de gevolgen van lymfeklier kanker. Lang stond mede aan de wieg van een muziekfestival, wat nog erg los was van opzet en management, maar wat zichzelf onsterfelijk maakte met de beleving er van. Van 15 tot en met 18 augustus bood boer Max Yasgur zijn weiland aan en traden er artiesten op als Jimi Hendrix, Grateful Dead, Janis Joplin, Creedence Clearwater Revival, The Who, Joe Cocker en Santana.
Met slechts 24 jaar, een motorfiets en een gezonde dosis ondernemingsvermogen lostte hij ter plaatste elk mogelijk probleem op, en dat waren er veel. Men wist van tevoren niet hoeveel mensen er zouden komen. Men had zeer optimistisch een aantal van 200.000 bezoekers verwacht, maar dat werd ruimschoots verdubbeld, waarvan de meesten geen geldig ticket hadden.
De stroom bezoekers bleef echter aangroeien en pogingen van de organisatie en politie om dat te stoppen, liepen allemaal op niets uit. Er waren amper toiletten, er was te weinig eten en drinken, de stroomvoorziening liet te wensen over en het weer was ook niet om over naar huis te schrijven. Echter, men hield vol, de artiesten hielden vol en het publiek was uitzinnig.
Mede door de vrije hippiecultuur van dat moment en de vele drugs die het festivalterrein vrij binnenkwamen, zijn er heel wat kinderen verwekt dat weekend. Boer Max vond het allemaal prachtig; de sheriff en politie hielden zich alleen met excessen bezig en de bezoekers onder elkaar zorgden voor elkaar. De vrijheid werd op zijn mooist gevierd, en mede door de verkopen van platen, boeken en dvd's werd het uiteindelijk tóch winstgevend na vele jaren.
In 1994 en 1999 werden pogingen ondernomen voor een nieuwe hedendaagse versie, maar dat liep op niets uit. In 2017 is de lokatie tot nationaal Amerikaans erfgoed uitgeroepen. Het festival (en iedereen die daarbij betrokken was, in welke vorm dan ook) heeft zichzelf onsterfelijk gemaakt, en dat is naast boer Max Yasgur mede te danken aan Michael Lang.