Het is 1978 als ik een langverwachte droom krijg als kind. Een typmachine. Een echte typmachine. Wow... Even wat voorgeschiedenis.
In mijn kinder- en tienerjaren bracht ik elk jaar vele zomers door bij Jeugdland in Ahoy', Rotterdam. Een weekkaart, een busabonnement en een menukaart voor eten en drinken ter plaatse, en dan de hele dag meedoen aan allerlei georganiseerde activiteiten, zowel binnen als buiten. Het was leuk, maar ook leerzaam. Je leerde verkeersregels, schoonmaken, koken en bakken, alles over drinkwater, bluswerkzaamheden, knutselen, en journalistiek.
Bij de redactie van ondermeer Trouw en Algemeen Dagblad mocht je dan op een typmachine je eigen Jeugdland ervaringen typen, en de besten werden dan gepubliceerd. Zo had ik jarenlang aardig wat artikelen geschreven, ik vond het machtig interessant om te mogen typen, stencillen, en de teletype (voorloper van de faxmachine) waar je geprinte berichten mocht afscheuren en meenemen naar huis.
Typen vond (en vind) ik geweldig. En dan breekt de tijd aan voor een eigen typmachine. Een cadeautje omdat ik naar het voortgezet onderwijs zou gaan; uiteraard mocht een nieuw bureau en stoel ook niet ontbreken. Maar die typmachine.... wow. Dat maakte indruk. Ik kreeg een Brother Deluxe 750 TR. Een oranje uitgevoerde draagbare typmachine, met deksel als draagkoffer. Ze waren in allerlei kleuren te koop.
Brother stond bekend om zijn goede en betaalbare kwaliteit en dat was ook zo. Een compacte lichtgewicht machine met veel extra's. Bovenaan de rij met cijfers en symbolen, met daaronder in 3 rijen de welbekende QWERTY toetsindeling en helemaal onderaan een lange spatiebalk, met rechts daarnaast een rode toets gelabeld 'Repeat Spacer'. Deze zorgde voor een herhaalde spatie als je hem indrukte.
Links in het midden een rode knop met 'TAB', voor de tabulator (kolom). Schuin eronder een shift toets voor omschakelen van kleine naar hoofdletters; eenzelfde functie zat ook links, maar samen met een lock-functie zodat je ook in enkel hoofdletters kon typen. Verder had je nog een vorige/volgende toets die het typen een plaats opschoof, en een backspace toets.
Tenslotte rechts bovenaan een klein hendeltje met zwart, blank en rood. Dit stond voor het gebruik van het kleurenlint, waar de letters de inkt tegen het papier aandrukten. Zwart voor zwarte inkt, rood voor rode inkt en blanco om zonder inkt op het papier in te slaan. Aan het einde van elke regel hoorde je de karakteristieke "pling!" van het belletje en met de mechanische handel rechts, schoof je het papier één regel op en transporteerde je de papierwagen terug naar de beginstand.
De ruimte tussen de toetsen was uitstekend, zodat jong en oud moeiteloos konden typen. De toetsen waren voor een typmachine niet al te zwaar om te gebruiken en de inslag op het papier was perfect. Natuurlijk zou je dat vandaag de dag niet meer gewend zijn, met de huidige toetsenborden op laptop. Maar voor die tijd was het niet al te zwaar in gebruik.
Het papierformaat was A4, maar je kon ook eenvoudig op een envelop een adres typen. Creatief ben ik er ook op geweest; van clubblaadjes tot vakantiefolder, weekprogramma's, eigen werk, correspondentie (destijds had je nog penvrienden en -vriendinnen) en ga zo maar door. Typen was - en is - geweldig leuk. In 2004 werd het tijd om hem weg te doen, alhoewel deze nog perfect werkte. Maar voor mij was na een kwart eeuw typen op een analoge typmachine wel genoeg geweest.
Toch heb ik er hele fijne herinneringen aan. De kwaliteit en duurzaamheid is iets wat je tegenwoordig amper meer terugziet in producten, maar deze Brother maakte zijn reputatie waar. Vóór die eerste spelcomputer (Philips Videopac V7000) en later die eerste thuiscomputer (Sinclair ZX Spectrum 48k), en daarna de eerste personal computer (1992 MS-DOS), met elk hun eigen keyboards, was er deze Brother Deluxe 750 TR met tweekleurig inktlint.
En ik ben er nog steeds heel erg blij om!